dinsdag 12 februari 2013

Een van die dagen


*Click here for English*

Het was zo'n soort dag.

Een van die dagen die helemaal verkeerd begint.
Midden in een verontrustende droom, schrok ik wakker van de telefoon.
Ik voelde onmiddelijk een hoofdpijn opkomen. 
Een beetje wazig en nog steeds in de ban van die rare droom, 
besefte ik dat ik door de wekker had heengeslapen.

Ik wilde niets liever dan de tijd negeren en verder slapen.

Had ik dat maar gedaan.

Ik had moeten doen alsof iemand me had verteld dat de dinsdag niet doorging 
en dat zou het einde zijn geweest van dit verhaal.

Natuurlijk deed ik dat niet.

Het daaropvolgende uur worstelde ik met onwillige, vermoeide, zeurderige kinderen.
Mijn jongste huppelde door het huis met een hoofd vol plannen,
helaas bevatte geen van die plannen het plan om mee te werken 
en zich aan te kleden voor de peuterspeelzaal.

Mijn stemming schakelde tussen wanhopig, vastberaden en boos.
Maar ik ging dit doen.
Ik ging dit aanpakken als een volwassene.

En dat deed ik. Ik schakelde over op mijn noodplan.
Dat wil zeggen doe wat je moet doen en negeer even alles wat je voelt.

Het werkte, ik liet mijn 3 jarige zich uitleven, 
terwijl ik me richtte op de andere twee.

Ik liet ze zich aankleden en hun bed opmaken enz.
Toen ik beneden kwam was de vloer vol met wiebeloogjes.
Het soort wiebeloogjes dat je gebruikt om te knutselen. 
Niet dat er een ander soort wiebeloogjes bestaat.

Ik haalde diep adem en mijn oudste bood aan om ze op te ruimen.
Hij zag zeker stoom uit mijn oren komen.
Zijn zus hielp mee en samen verzamelden ze alle wiebeloogjes en deden ze terug in de doos.
Met nog tien minuten te gaan, 
kleedde ik de jongste aan, kamde haar haar, poestte haar tanden, deed ik mijn sokken aan, 
liet de anderen hun jassen aantrekken en deed ik mijn trui aan.
Ik keek naar de klok.

We gingen het halen.

Toen,
Ik herinner me niet eens meer wat ik ging pakken.
Mijn zoon zat al in de auto, mijn dochter pakte haar sjaal en was op weg naar de deur, 
ik had mijn sleutels in mijn hand en de kleine liep voor me.

Ik gleed uit.

Op dat moment, 
dat slowmotion moment, waarin er van alles door je heen gaat,
en je probeert om je vast te grijpen aan iets, 
wat dan ook,
wist ik dat dit een nare val ging worden.

...

"Kun je je arm zo bewegen?" , zei de dokter.
"Nee, dat doet pijn."
"Hoe ben je gevallen?" , vroeg hij.

"Ik viel over een doosje met wiebelogen."



(Ik heb een scheur in mijn bot en mijn arm zit in een mitella. Mijn rechter arm..)